Advocaat was student
Het is een tijdje geleden, maar studeren was een feest. Om diverse redenen, daarom een korte geschiedenisles voor de nieuwe lichting studenten in Rotterdam. De overheid, lang leve Joop den Uyl (opzoeken wie dat was) vond dat iedereen moest kunnen studeren, dus geen financiële drempel voor de arbeider. Dat kwam mijn ouders (geen arbeiders) goed uit, want zoveel geld hadden die nou ook weer niet.
Het collegegeld bedroeg niet meer dan ƒ 500, de studiebeurs was uitermate royaal, aan het eind van het jaar hield ik geld over om een mooie stereo-installatie te kopen. Uiteraard één keer per week uit eten in een sterrenrestaurant maar het kan zijn dat je die toen nog niet had. De brommer, model Kaptein Mobylette, wat eigenlijk een vervoermiddel voor meisjes was, maar daar trok ik mij, eigenwijs als ik was , natuurlijk niets van aan, kon naar de schroothoop bij gebrek aan een kringloopwinkel. Ik verplaatste mij uitsluitend per taxi. Mijn moeder werkte bij de juridisch adviseur van de Stichting studentenhuisvesting.
Ondanks de kamernood kon ik per direct kiezen uit drie prachtige kamers. Italiaanse toestanden, maar dat kon toen nog. De studie rechten in Leiden was ideaal: dat kostte niet meer dan 20 uur per week. Af en toe een college, een werkgroepje hier en daar, moet de eerbiedwaardige rector van de universiteit gedacht hebben: we moeten ons niet gek laten maken door de buitenwereld en de academische rust waarin briljante ideeën kunnen groeien, vooral bewaren. Achteraf moet ik vaststellen dat ik geen briljant idee heb kunnen ontwikkelen, mijn studiegenoten overigens ook niet.
Trouwens hoe zou dat moeten binnen de studie rechten? Dat vak is toch eigenlijk meer een ambacht in de zin van: de regeltjes lezen, onthouden en (mogelijk later) toepassen. Wat het overigens tot een heel aantrekkelijk ambacht maakt, zeker als je besluit advocaat, of, als het niet anders kan en je aan status hecht, rechter te worden. Als het om carrièrekeuze gaat moet ik voor dit laatste ambt wel even waarschuwen: een rechter werkt zich tegenwoordig drie slagen in de rondte, en heeft ook nog een manager (daar schijn je tegenwoordig voor te kunnen studeren) boven zich die turft hoeveel vonnissen een rechter produceert.
Nutteloos natuurlijk, want een rechter die het ervan neemt, kan toch niet ontslagen worden, want voor het leven benoemd, tenzij deze zijn vrouw slaat, met 80 km/h door de stad scheurt en in kennelijke staat van dronkenschap de zitting leidt. Een dergelijke combinatie ben ik overigens nog niet tegengekomen gebiedt de eerlijkheid te zeggen.
Studeren was dus heel betaalbaar, het is ronduit een schande dat een hele generatie studenten na afronding van de studie met een schuld van soms wel € 50.000 geconfronteerd wordt. Dan word je wel bijna gedwongen om een baan op de Zuidas aan te nemen wat niet goed is voor je gezondheid. Nog één ding voor de nieuwe generatie studenten: zeg nooit “ik zit op de universiteit”. Kan echt niet. Je studeert “aan de universiteit”. Een beetje je waardigheid behouden graag. Dat ik overal “de unie” hoor is al erg genoeg.